Crearte Beaumon - Een mix van tapijten
uit 'Beter Wonen' Lente 2003
Tekst: Mia Dekeersmaeker
Ad !dict (ed to) Kortrijk
uit 'Krant van West-Vlaanderen
Tekst: Luc Demiddele
In de handtas van tapijtontwerpster Petra Beamon zit
steeds een schetsboekje. Dat ze te pas en te onpas bovenhaalt als de inspiratie
opborrelt. 75% van haar tijd besteedt ze aan industrieel ontwerpen, voor de
rest maakt ze handgetufte tapijten. Als ze echt haar zin zou kunnen doen, zou
ze het liefst een hotel van tapijten voorzien met de nadruk op 'schoonheid in
eenvoud'.
Als laureate van de Medima wedstrijd in 1997, toen ze nog de opleiding textiele kunst aan het Sint-Lucas Instituut te Gent volgde, rolde ze vanzelf in de textielwereld. Eerst ontwierp ze voor dit bedrijf de kindercollectie en dan de accessoires voor volwassenen. Haar tekeningen gingen toen ook al haar ontwerpen vooraf. De overstap naar tapijt volgde echter al snel...
Hoe gebeurde dit? Je zat uiteindelijk toch in een ander segment van de textielsector?
Mijn liefde voor de stoffen heb ik van mijn oma afgekeken. Die zat steeds te naaien of was steeds met verschillende soorten stoffen aan het creëren. Tekenen deed ik als kind het liefst of de grond, op dat stukje textiel dat je zo warm kon inpakken, waar je in kon woelen. Ik ben dat blijven doen. Meer nog voor mijn tapijtontwerpen is de voeling met de materie belangrijk.
Beïnvloed die nood aan het 'tactiele' je dan in je ontwerpen?
Mijn inspiratie haal ik zowel uit mijn schetsboek. Waarin ik indrukken opteken als ik in de natuur wandel of een museum bezoek. Tijdens het rijden met de wagen stop ik regelmatig, wanneer ik een compositie zie of een bepaalde structuur van gebouwen. Ik abstraheer de vormen, maak er een lijnenspel van dat dan weer in mijn tapijten terechtkomt. Daarnaast verzamel ik allerlei materiaal dat ik in de hand kan nemen, kan voelen. Naast stukjes stof, een draadje of een pluche kan dit ook papier zijn. Een toegangsticket van een film kan me inspireren. Reizen is ook belangrijk voor mij. Van Cuba heb ik bierviltjes meegebracht. Een klein detail op het viltje, werd inspiratie voor een schets. Uiteindelijk werd het een ontwerp van een tapijt. Kleur vind ik ook heel belangrijk. Ik combineer dikwijls kleuren die ik tijdens mijn reizen gezien heb. Voor de kindercollectie van Domo kunnen de verhalen van kinderen me inspireren. Soms zit het hem echt in de kleine details. Beurzen bezoek ik ook graag. Maar het is niet dat ik op textielbeurzen mijn inspiratie haal. Wat daar getoond wordt, moet ik niet opnieuw maken. Ik neem zelf deel aan bijvoorbeeld Domotex in Hannover en Heimtextil in Frankfurt. Maar tentoonstellingen bezoeken rond tuinarchitectuur, rond fotografie vind ik uitermate boeiend. Het liefst ga ik dan op in de massa, gewoon om rond te slenteren en te observeren.
Dan krijg je toch heel wat impulsen? Hoe ga je daar dan verder mee om?
Door de schetsen in ontwerptekeningen om te zetten, orden ik. Meestal gebeurt dit s'nachts tussen 24 en 01 uur. Eén groot nadeel is dan wel dat je geen kleuren ziet. Daar begin ik dan s'morgens mee. Die zoek ik uit met de computer, met Coreldraw of NedGraphics, de rolls royce van de textielprogramma's. Als ik dan de tekening terug opneem en inkleur dan bevindt het ontwerp zich meestal in de eindfase. Maar ook het feit dat ik uitzicht heb op de tuin, doet mijn gedachten ordenen. Ik kan rustpauzes inlassen terwijl ik naar buiten kijk. Het brengt mijn geest tot rust.
Als je ontwerp voor de industrie heb je dan de volledige vrijheid? Je moet toch zeker de tendensen volgen? Hoe gebeurt die samenwerking concreet?
Bij Osta Carpets, Flanders Weavers, Domo, Prado Rugs en Brink & Chapman voel ik me goed en dat is belangrijk. Soms geven die bedrijven mij een kleurenbalk op en daar moet ik dan een collectie mee ontwerpen. Die bestaat dan uit een tiental tapijten. Soms moet ik een volledige nieuwe collectie uitwerken. Dat doe ik sowieso tweemaal per jaar. Ik kies dan mijn eigen kleuren en materialen. Soms wordt de kleur overgenomen maar niet de mix van de materialen die ik voorzien heb. Dan suggereer ik bijvoorbeeld een krimpgaren met een hogere pool. Een gedurfde kleurencombinatie moet ik bijvoorbeeld in twee kleuren naast elkaar uitwerken. Soms lopen mijn ideeën en die van de commerciële medewerker van Osta Carpets - die uit de modewereld komt - een jaar voorop. Omdat de klanten er nog niet klaar voor zijn, wordt de reeks dan ook nog niet uit gebracht. En soms kan een kleur te fel zijn voor de kwaliteit van de draad dat het bedrijf momenteel op het weefgetouw heeft staan. Maar we volgen zeker en vast de nieuwe trends. Zo mixen we materialen en hebben we in een wollen tapijt manueel hout gekleefd. Lurex garen maakt een tapijt dan weer glanzend. Een wollen tapijt met acryl lieten we in een bad stoppen zodat er een krimpreactie bij de wol optrad. Ook abstraheringen van bloemen zijn in. Voor de Duitse markt blijft een bladontwerp dan weer heel belangrijk. Voor gedurfde ontwerpen is New York een goed afzetgebied. België is over het algemeen meer behoudsgezind. Ook toon op toon met een accentkleur is in.
25% van je tijd besteed je aan het ontwerpen van handgetuft tapijt. De klantenbinding is daar veel groter, vermoed ik. Hoe gaat dit in zijn werk?
Eerst deed ik het voor familie en vrienden. Via mond aan mond reclame zijn het nu vooral onbekende mensen die me bellen. Nu besteed ik het handtuften uit en hou me alleen nog met het ontwerpen bezig. Steeds ga ik bij de klanten op bezoek. Ik toon mijn realisaties en vertel hen hoe ik te werk ga. Ik noteer alle kleuren die zich in de ruimte bevinden, van het behangpapier tot de kleur van de zetels. Ik luister goed naar de persoonlijke voorkeuren van de mensen. Dan in een tweede fase, maak ik een aantal voorstellen op de computer. Als het koppel in kwestie dezelfde smaak heeft is er geen probleem. Bij meningsverschillen maak ik drie ontwerpen apart voor de man en apart voor de vrouw. In een drietal ontwerpen voeg ik dan nog eens extra hun smaken bij elkaar. Meestal bereiken ze een conscensus of ze vragen een nieuwe mix te maken. Alleen om 11 uur of om 15 uur ga ik bij de klanten thuis. Omwille van het licht. Ik moet immers de glans van de wol op het juiste moment kunnen vangen. Meestal breng ik ook een staaltje mee, zodat de mensen het niet allen kunnen zien maar ook kunnen voelen. De kleuren die ik in de industrie gebruik, vind je ook terug in de handgetufte tapijten. Beide disciplines beïnvloeden elkaar. Zo gebruik ik nu ook meer aardse kleuren en zijn mijn ontwerpen meer extravagant. Eén van mijn grootste uitdagingen tot hiertoe was het ontwerpen van een tapijt voor een trapeziumvormige ruimte. Alle muren waren schuin. Toch heb ik het klaargespeeld dat het lijnenspel er perfect in paste. Zelfs de schaduwlijnen van het binnenvallende zonlicht spelen mee in het ontwerp. Soms zijn de onderwerpen ook zeer persoonlijk. Zo werd een geabstraheerde letter een herinnering aan een overleden persoon.
Als we de foto's bekijken van je ontwerpen dan haal
je blijkbaar graag het tapijt uit zijn context? Een tapijt aan een betonnen
muur, een tapijt in een kerkinterieur? Waarom?
(Zie 'Collectie ZEN' bij ONTWERPEN)
Vooral het optische effect van mijn ontwerpen wil ik daardoor versterken. Zo herhaalt de ritmische tekening van de regen op het beton zich in de structuur van het tapijt. In mijn ontwerp 'Optical' contrasteert de cirkelvormige tekening met de omgeving die meer vlakken vertoont. Bij het tapijt in de kerk wordt het ritme van de stoelenrijen door blokjes herhaald en de structuur die vrijkomt door het contrast van de hoge met de lage pool, verbeeldt dan weer de grillige textuur van de stenen. Als ik echt mijn zin mocht doen, zou ik graag een hotel met tapijten inrichten. Met als thema 'schoonheid door eenvoud'. Intens samenwerken met een architect is dan wel noodzakelijk.
Nog tot 6 maart hangen in Design Vlaanderen in Brussel twee tapijten ontworpen door Petra Beaumon.
(Klik hier voor de flyer)
De ontwerpster prijkt ook in 'Ad !dict(ed) to Kortrijk'.
Ze hielp aan de styling van het nieuwe Kortrijkse stadhuis.
Maar ze heeft nog heel wat andere pijlen op haar boog...
Als laureate van de Medima wedstrijd in 1997, toen ze nog de opleiding textiele kunst aan het Sint-Lucas Instituut te Gent volgde, rolde ze vanzelf in de textielwereld. Eerst ontwierp ze voor dit bedrijf de kindercollectie en dan de accessoires voor volwassenen. Haar tekeningen gingen toen ook al haar ontwerpen vooraf. De overstap naar tapijt volgde echter al snel...